Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Och, dat ik [39]niemands aangezicht aanneme, en tot den mens [40]geen bijnamen gebruike! 39. Zie Lev.19:15. 40. Te weten, noch ten goede om hem te vereren met pluimstrijken, noch ten kwade om hem te versmaden met bittere vermaningen.